Voelen waar je grens ligt
Het is de tweede keer dat ik Maartje* zie. Ik vraag haar hoe het ‘huiswerk’ is gegaan.
Ze kijkt ontevreden. “Ik wilde gaan oefenen met het omgaan met mijn eigen gevoelens wanneer ik mijn grenzen aangeef aan anderen. Maar ik was steeds te laat.
Er werd iemand gezocht om te helpen met een activiteit op de school van mijn kinderen. Een andere moeder zei dat dat echt iets voor mij was en heeft mij meteen aangemeld.
Pas ’s avonds in bed bedacht ik me dat ik dat helemaal niet fijn vond. Ik kan toch zelf wel bepalen of ik wil helpen of niet? Maar ja, aan dat inzicht heb ik niets meer als ik al in bed lig. Zo gaat het nou altijd.”
Maartje is hierin niet de enige. Mensen die moeite hebben om hun grenzen aan te geven hebben bijna altijd moeite om hun grenzen zelf aan te voelen.
Als je niet weet waar je grens ligt, dan ben je je er ook niet bewust van als iemand over die grens heengaat. En als je je er niet bewust van bent, dan kan je er ook niets aan veranderen.
Bij het paard gebeurt hetzelfde. Terwijl ik met Maartje sta te praten over haar huiswerk loopt Beauty, het coachpaard, los rond. Beauty komt bij ons staan en staat meteen weer te dicht tegen Maartje aan.
Precies zoals de vorige keer. En net zoals de vorige keer doet Maartje een stap achteruit. Beauty doet een stap naar voren, zodat ze weer dichtbij Maartje staat. Waarop Maartje weer een stap achteruit doet.
Pas als ik Maartje erop wijs wat er gebeurt wordt ze zich bewust van haar gedrag en dat van het paard. Ze begint te lachen, komt weer bij mij staan en geeft nu heel geroutineerd aan Beauty aan dat ze afstand moet houden van ons.
De vaardigheden die Maartje vorige keer heeft geleerd is ze nog niet vergeten. Nu nog op tijd aanvoelen wanneer ze over haar grenzen gaat.
Het probleem is dat Maartje tijdens ons gesprek haar aandacht volledig op mij gericht heeft. Er is dan in haar hersenen geen ruimte meer voor aandacht voor zichzelf.
In haar werk als huisarts heeft ze geleerd om met haar volle aandacht te luisteren en kijken naar haar patiënten, zodat ze geen enkel detail over het hoofd ziet.
In het dagelijks leven is het echter goed om daarnaast óók aandacht voor jezelf te hebben. Hoe voelt het voor jou als iemand dichtbij komt? Wat zijn jouw behoeftes in het contact met anderen? En waar ligt jouw grens?
Deze sessie gaan we oefenen hoe je in verbinding blijft met jezelf terwijl je in contact bent met een ander. Maartje voert oefeningen uit met Beauty, waarbij ze haar aandacht op het paard moet richten.
Tussendoor doen we aandachtsoefeningen om haar brein te trainen om bewust te focussen op haar eigen binnenwereld. Vervolgens brengt Maartje dit weer met Beauty in de praktijk en zo onderzoeken we welke oefeningen voor Maartje het beste resultaat opleveren.
Beauty helpt ons enorm door toch elke keer weer stiekem Maartje aan de kant te duwen, langzamer te laten lopen of juist net iets te snel. Met de juiste focus merkt Maartje steeds sneller op wanneer Beauty haar grenzen opzoekt en kan dat na een tijdje zelfs voor zijn.
Ook dit keer gaat Maartje met huiswerk naar huis. Ze zal dagelijks aandachtsoefeningen gaan doen.
Zie het als een sportschool voor je brein. Door haar brein te trainen om de aandacht niet alleen naar buiten, naar anderen toe, te richten, maar óók naar binnen, naar haar eigen gevoelens en haar eigen lichaam, zal ze haar grenzen beter aan kunnen voelen.
Als ze haar grenzen op tijd aanvoelt, dan kan ze dat ook op tijd aangeven aan anderen. En niet pas ’s avonds als ze al in bed ligt.
*Vanwege de privacy is Maartje niet haar echte naam en zijn persoonlijke details fictief.
PS Wil je weten wat hieraan vooraf is gegaan? Lees dan deel 1 en deel 2 van dit verhaal.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024
Tijdens een bijscholing vertelde paardencoach Emma* mij over een sessie waarin haar Tinker, Finn, vrijwel de hele tijd stil bleef staan in het midden van de paddock. De sessie liep totaal niet goed en Emma hield er een slecht gevoel aan over. Ze wil meer tools krijgen om met dit soort situaties om te gaan; dat is de reden dat ze deze bijscholing volgt. Emma is een 38-jarige, sportieve vrouw uit Brabant. Naast haar parttime baan als HR-adviseur werkt ze twee dagen per week met haar twee Tinkers aan huis. Emma heeft een sterke passie voor het helpen van mensen met haar paarden, maar ze worstelt elke sessie met een knagende angst: wat als haar paarden niets laten zien? Dit gevoel van onzekerheid hangt als een schaduw over haar sessies, waardoor ze zich minder zelfverzekerd voelt als coach. Ze wil haar cliënten helpen, maar deze angst belemmert haar tijdens de sessies.
Emma zit momenteel in een vicieuze cirkel. Ze verbergt haar angst door een masker van zelfverzekerdheid op te zetten, maar diep van binnen voelt ze de spanning steeds meer opbouwen. Ze probeert dit op te lossen door elke sessie uitgebreid voor te bereiden, maar dit maakt haar eigenlijk alleen maar zenuwachtiger. Elke keer als een sessie niet verloopt zoals gepland, twijfelt ze nog meer aan zichzelf. Ze overweegt nu een warmbloed paard aan te schaffen in de hoop dat die meer signalen laat zien en het coachen makkelijker maakt. Haar man vindt dit echter geen goed idee en wijst erop dat ze al twee paarden hebben die aandacht nodig hebben. In haar hoofd blijft de gedachte malen dat ze niet goed genoeg is als paardencoach, en dit begint steeds meer invloed te krijgen op haar werk en haar plezier in de coaching.
In de bijscholing leert Emma mindfulness-technieken toe te passen. Ze ervaart meer rust en aanwezigheid tijdens haar sessies, wat haar zenuwen aanzienlijk vermindert. Het accepteren van haar onzekerheid heeft haar geholpen deze angst niet langer te zien als een vijand, maar als een natuurlijk onderdeel van het proces. Daarnaast leerde Emma om de subtiele signalen van paarden beter te observeren. Ze ontdekt dat haar Tinkers, ook als ze weinig bewegen, wel veel laten zien. Het idee van het aanschaffen van een nieuw paard verdwijnt naar de achtergrond.
Na de bijscholing gaf Emma een sessie met Finn aan een nieuwe cliënt. Dit keer stond Finn in een hoek van de paddock en leek opnieuw niet te bewegen. Maar nu zag Emma de subtiele signalen die Finn gaf: een lichte oorbeweging, een opgetrokken neus, versnelde ademhaling. Gewapend met haar nieuwe kennis en technieken wist ze precies welke werkvormen ze kon inzetten met een minder actief paard. Ze begeleidde haar cliënt om meer in contact te komen met haar eigen gevoelens. Op het moment dat de cliënt aangaf dat ze zich meer ontspannen voelde, liep Finn naar de cliënt toe en bleef rustig naast haar staan. De cliënt voelde zich gesteund door het paard en Emma voelde het plezier in haar werk weer terugkomen.
*vanwege de privacy heet Emma in werkelijkheid anders.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024