Super ongemakkelijk: zo voelt het om je grenzen aan te geven
“Het voelt echt super ongemakkelijk!” roept Maartje* uit, als ze moet proberen om coachpaard Beauty op afstand te houden.
“Volgens mij vindt het paard het ook ontzettend vervelend. Ik vind het echt zielig voor haar. Nee, ik kan dit echt niet hoor!”
Ze kan het wel. Het gaat hartstikke goed. Maar het vóelt heel ongemakkelijk.
Je krijgt een raar gevoel in je buik en je brein vertelt je dat het er heel raar uit ziet als je je armen op een bepaalde manier optilt.
Zo voelt het altijd als we bestaande gedragspatronen veranderen. Als je iets nieuws leert dan voelt het altijd eerst heel ongemakkelijk, totdat het een automatisme wordt, dan gaat het vanzelf en hoef je er niet meer over na te denken.
Maartje is een slimme vrouw. Maar haar ratio en gevoel zitten niet altijd op één lijn. Ze heeft goede sociale vaardigheden. Ze is prima in staat om op een vriendelijke, respectvolle manier haar grenzen aan te geven.
Toch helpt ze net even iets te vaak een collega uit de brand, omdat ze niet met dat ongemakkelijke gevoel wil zitten als ze “nee” zegt. Haar ratio weet heus wel dat het beter zou zijn om niet te vaak over te werken. Haar gevoel zit haar echter in de weg.
In de sessie gaan we werken aan wat we in de psychologie ‘bereidheid’ noemen.
Ben je bereid om dit ongemakkelijke gevoel aan te gaan? Het is uiteindelijk niets meer en niets minder dan gewoon een gevoel.
Gevoelens (en de gedachtes die onvermijdelijk in je opkomen als je je ongemakkelijk voelt) komen en gaan. Je hoeft er niets mee te doen, je kan gewoon verder gaan met dat waar je mee bezig was.
Dat gaan we oefenen in een situatie waarin helemaal niets op het spel staat en waarin je niet veroordeelt zal worden om je reactie: met de paarden.
Elke keer als Maartje Beauty duidelijk maakt dat ze aan haar eigen kant van de streep in het zand moet blijven, voelt dat ongemakkelijk. Door bewust stil te staan bij dat gevoel en wat dat met Maartje doet, ervaart ze hoe haar lichaam reageert als zij iets oefent waar ze (nog!) niet zo goed in is.
In tegenstelling tot wat haar brein haar probeert wijs te maken, blijkt de wereld niet te vergaan en lacht Beauty haar niet vierkant uit. Die gedachtes die haar brein produceert hoeven we dus ook niet zo serieus te nemen. Dat scheelt weer en maakt het allemaal wat luchtiger!
Natuurlijk neemt het ongemakkelijke gevoel na verloop van tijd af. Doordat Maartje de oefening steeds beter in de vingers krijgt, gaat ze zich beter voelen.
De lichaamstaal die ze moet gebruiken wordt een automatisme. En als het eenmaal lukt dan voelt ze zich super goed!
Dat is precies het moment dat het vaak mis gaat. Het doel is namelijk niet om een goed gevoel te krijgen. Als Maartje “nee” moet zeggen tegen haar collega, dan zal ze namelijk nog steeds dat ongemakkelijke gevoel in haar buik krijgen. De vraag is dus of ze bereid is om dat gevoel aan te gaan. Elke keer weer.
Het is als coach verleidelijk om je cliënt met een euforisch gevoel naar huis te laten gaan. Het gevoel dat je alles aan kan.
Heerlijk! En bedrieglijk…
Ik laat Maartje liever naar huis gaan met de opdracht om thuis steeds weer dat ongemakkelijke gevoel op te zoeken. We spreken af dat ze een aantal keer respectvol haar grenzen zal aangeven aan anderen. En dat ze dan bewust stil staat bij wat dat met haar doet en hoe ze zich daarbij voelt.
Liefdevol en zonder oordeel stilstaan bij haar gevoel, net zoals Beauty dat doet. Hoe dat is gegaan? Dat lees je in de volgende blog: Voelen waar je grens ligt.
*Vanwege de privacy is Maartje niet haar echte naam en zijn persoonlijke details fictief.
PS Wil je weten wat hieraan vooraf ging? Lees dan de vorige blog over Maartje: Grenzen aangeven met 500 kilo oefenmateriaal.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024
Tijdens een bijscholing vertelde paardencoach Emma* mij over een sessie waarin haar Tinker, Finn, vrijwel de hele tijd stil bleef staan in het midden van de paddock. De sessie liep totaal niet goed en Emma hield er een slecht gevoel aan over. Ze wil meer tools krijgen om met dit soort situaties om te gaan; dat is de reden dat ze deze bijscholing volgt. Emma is een 38-jarige, sportieve vrouw uit Brabant. Naast haar parttime baan als HR-adviseur werkt ze twee dagen per week met haar twee Tinkers aan huis. Emma heeft een sterke passie voor het helpen van mensen met haar paarden, maar ze worstelt elke sessie met een knagende angst: wat als haar paarden niets laten zien? Dit gevoel van onzekerheid hangt als een schaduw over haar sessies, waardoor ze zich minder zelfverzekerd voelt als coach. Ze wil haar cliënten helpen, maar deze angst belemmert haar tijdens de sessies.
Emma zit momenteel in een vicieuze cirkel. Ze verbergt haar angst door een masker van zelfverzekerdheid op te zetten, maar diep van binnen voelt ze de spanning steeds meer opbouwen. Ze probeert dit op te lossen door elke sessie uitgebreid voor te bereiden, maar dit maakt haar eigenlijk alleen maar zenuwachtiger. Elke keer als een sessie niet verloopt zoals gepland, twijfelt ze nog meer aan zichzelf. Ze overweegt nu een warmbloed paard aan te schaffen in de hoop dat die meer signalen laat zien en het coachen makkelijker maakt. Haar man vindt dit echter geen goed idee en wijst erop dat ze al twee paarden hebben die aandacht nodig hebben. In haar hoofd blijft de gedachte malen dat ze niet goed genoeg is als paardencoach, en dit begint steeds meer invloed te krijgen op haar werk en haar plezier in de coaching.
In de bijscholing leert Emma mindfulness-technieken toe te passen. Ze ervaart meer rust en aanwezigheid tijdens haar sessies, wat haar zenuwen aanzienlijk vermindert. Het accepteren van haar onzekerheid heeft haar geholpen deze angst niet langer te zien als een vijand, maar als een natuurlijk onderdeel van het proces. Daarnaast leerde Emma om de subtiele signalen van paarden beter te observeren. Ze ontdekt dat haar Tinkers, ook als ze weinig bewegen, wel veel laten zien. Het idee van het aanschaffen van een nieuw paard verdwijnt naar de achtergrond.
Na de bijscholing gaf Emma een sessie met Finn aan een nieuwe cliënt. Dit keer stond Finn in een hoek van de paddock en leek opnieuw niet te bewegen. Maar nu zag Emma de subtiele signalen die Finn gaf: een lichte oorbeweging, een opgetrokken neus, versnelde ademhaling. Gewapend met haar nieuwe kennis en technieken wist ze precies welke werkvormen ze kon inzetten met een minder actief paard. Ze begeleidde haar cliënt om meer in contact te komen met haar eigen gevoelens. Op het moment dat de cliënt aangaf dat ze zich meer ontspannen voelde, liep Finn naar de cliënt toe en bleef rustig naast haar staan. De cliënt voelde zich gesteund door het paard en Emma voelde het plezier in haar werk weer terugkomen.
*vanwege de privacy heet Emma in werkelijkheid anders.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024