
Overdaad schaadt
In een gesprek legt Lydia*, leidinggevende in een zorginstelling, mij haar probleem voor. Er worden te veel fouten gemaakt op de werkvloer. Lydia doet er alles aan om dit te voorkomen. Ze begrijpt echt niet wat er nou toch misgaat. Ze beginnen de dag met een teamoverleg, bij de wisseling van diensten volgt het volgende overleg, ze hebben zelfs een Whatsapp-groep! “Bij ons wordt héél veel gecommuniceerd hoor. Dus daar kan het niet aan liggen!”
Tijdens de coachingsessie vraag ik het team om met elkaar een opdracht met het paard uit te voeren. Het is de bedoeling dat ze samen het paard door een slalom van pionnen leiden. Voordat ze de paardenbak ingaan overleggen ze uitgebreid met elkaar hoe ze het zullen gaan aanpakken. Zonder een gezamenlijke beslissing te nemen, maar wel nadat iedereen zijn zegje heeft kunnen doen, gaan ze dan daadwerkelijk de paardenbak in. In de paardenbak voert iedereen vervolgens zijn eigen strategie uit. Van samenwerking is geen sprake.
Het paard staat in het midden van de bak. Je ziet hem zoekend rondkijken. Hij ziet allemaal individuen ieder hun eigen ding doen. Een kudde vindt hij hier niet. Het paard verzet geen stap. Lydia roept het team bij elkaar. Tijd voor een volgend overleg. Dit keer mag iedereen zijn mening geven over waarom het mis gaat. Iedereen geeft iemand anders in het team de schuld. Uiteindelijk besluiten ze dat er beter gecommuniceerd moet worden.
Met dit nieuwe voornemen gaan ze weer terug de paardenbak in. Dit keer blijven ze constant met elkaar praten. Ze geven elkaar aanwijzingen: “Jij moet een stukje naar links lopen”. En feedback: “Nee dat is veel te ver, ik zei toch een KLEIN stukje!” Twee mensen gaan ondertussen met elkaar in gesprek over de vraag of dit nou wel de beste strategie is om het paard in beweging te krijgen. Iemand anders merkt dit op en gaat met deze twee mensen in gesprek om te bespreken waarom zij zich afzonderen van de groep. Na een tijdje staat het hele team met elkaar te praten.
Zonder het paard. Het paard draait zich om, loopt weg van de groep en gaat even verderop staan grazen. Hij is er klaar mee.
Dit team heeft last van het ‘overdaad schaadt’ probleem in communicatie. Door de focus te leggen op ‘spreken’ vergeten mensen te luisteren, kijken en voelen. Ik besluit het team nogmaals de paardenbak in te sturen. Dit keer mogen ze echter niet met elkaar praten. Ze kijken elkaar vragend aan. Een paar mensen kijken naar het paard en dan nogmaals naar elkaar. Niemand doet iets.
Op een gegeven moment neemt Lydia het initiatief. Ze loopt naar het paard toe dat nog steeds aan het grazen is. De rest van het team volgt. Samen lopen ze naar het paard. Het paard kijkt op en stopt met grazen. Het team stopt met lopen en kijkt naar het paard. Lydia draait naar links, alsof ze zich plotseling de opdracht weer herinnert, en loopt naar de pionnen toe. Het paard draait zich om en volgt het team waarin hij dit keer wél een kudde herkent.
Het team loopt door de slalom van pionnen. Samen letten ze er op dat het paard genoeg ruimte heeft om zijn grote lichaam door de kleine bochtjes van de slalom te bewegen. Alles lijkt als vanzelf te gaan. Alle pionnen blijven keurig staan. Het team loopt stralend mijn kant op. Opdracht geslaagd!
Als ik Lydia een paar maanden later spreek vertelt ze dat ze gestopt is met de teamoverleggen. Ze proberen ook op de werkvloer minder met elkaar te praten en meer samen te werken als een kudde. Dat is lastig, begrijp ik uit haar verhaal, maar het gaat steeds beter. Lachend voegt ze er aan toe: “Als er weer eens een discussie is dan roepen we “Zo krijgen we het paard niet mee!”. Dan moet iedereen lachen en gaan we het gewoon DOEN in plaats van er over te praten!”
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2023
Herkenbaar? Laat hieronder je reactie achter!