Hoe Lotte weer met plezier naar school gaat
Lotte is 11 jaar. Ze voelt zich anders dan andere kinderen. Dat is lastig voor haar. Ze wil zo graag zijn zoals de anderen. Ze wil erbij horen. En als dat niet lukt, dan wil ze niet meer naar school.
Als ik haar voor het eerst zie dan zie ik geen kind dat ‘anders’ is dan andere kinderen. Ik zie gewoon een vrolijk meisje dat meteen op de trampoline gaat springen, dan de paarden ontdekt en vraagt of ze ze mag gaan aaien. Ik ga met haar mee en ondertussen kletst ze gezellig over de honden die ze thuis hebben.
Even later vertellen haar ouders waarom ze met Lotte bij mij zijn gekomen.
Ze is stil, teruggetrokken, heeft weinig vriendjes, geen zin meer om leuke dingen te doen. Ze gaat elke dag met tegenzin naar school. Ze maken zich zorgen. Ze zijn bang dat ze straks helemaal niet meer naar school wil.
Zo herkennen ze hun dochter niet.
Ondertussen zie ik dat Lotte zich omgedraaid heeft aan tafel, ze wil niet horen wat haar ouders vertellen. Ze kijkt ineens heel sip.
Lotte is nu een paar keer bij mij geweest. Bij de paarden zie ik gelukkig steeds de echte Lotte.
Langzaamaan vertelt ze steeds meer over school en over hoe ze zich voelt. Ze herkent zichzelf in de paarden. Ze zijn super gevoelig en pikken het meteen op als je niet zegt wat je echt voelt. Dat heeft Lotte ook.
Ze kan er niet tegen als mensen niet zeggen wat ze echt voelen. Ze kan niet tegen ruzie in de klas of als de juf de hele klas terecht wijst terwijl er maar een paar kinderen rumoerig waren.
Het is druk in de klas, ze zitten met dertig kinderen in een klein lokaal. Ze wordt moe van alle geluiden, alle signalen van de kinderen, de drukte, het binnen zitten. In de pauze is ze blij dat ze even buiten is en gaat ze in een hoekje van het schoolplein staan om rust te krijgen.
Lotte werkt bij de paarden en thuis aan opdrachten die haar leren om te gaan met haar gevoelens.
Ze leert oefeningen waarmee ze alle prikkels van school kan verwerken en tot rust kan komen.
Ze ontdekt hoe ze de stroom aan gedachtes in haar hoofd tot rust kan brengen. Ze kan zich in de klas beter afsluiten waardoor ze in de pauze meer energie heeft om te spelen.
Ze gaat in gesprek met haar ouders en haar juf zodat ze haar kunnen helpen om school weer leuk te maken.
Het belangrijkst: leert dat haar gevoeligheid juist een kracht is, net zo krachtig als paardenkracht.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024
Tijdens een bijscholing vertelde paardencoach Emma* mij over een sessie waarin haar Tinker, Finn, vrijwel de hele tijd stil bleef staan in het midden van de paddock. De sessie liep totaal niet goed en Emma hield er een slecht gevoel aan over. Ze wil meer tools krijgen om met dit soort situaties om te gaan; dat is de reden dat ze deze bijscholing volgt. Emma is een 38-jarige, sportieve vrouw uit Brabant. Naast haar parttime baan als HR-adviseur werkt ze twee dagen per week met haar twee Tinkers aan huis. Emma heeft een sterke passie voor het helpen van mensen met haar paarden, maar ze worstelt elke sessie met een knagende angst: wat als haar paarden niets laten zien? Dit gevoel van onzekerheid hangt als een schaduw over haar sessies, waardoor ze zich minder zelfverzekerd voelt als coach. Ze wil haar cliënten helpen, maar deze angst belemmert haar tijdens de sessies.
Emma zit momenteel in een vicieuze cirkel. Ze verbergt haar angst door een masker van zelfverzekerdheid op te zetten, maar diep van binnen voelt ze de spanning steeds meer opbouwen. Ze probeert dit op te lossen door elke sessie uitgebreid voor te bereiden, maar dit maakt haar eigenlijk alleen maar zenuwachtiger. Elke keer als een sessie niet verloopt zoals gepland, twijfelt ze nog meer aan zichzelf. Ze overweegt nu een warmbloed paard aan te schaffen in de hoop dat die meer signalen laat zien en het coachen makkelijker maakt. Haar man vindt dit echter geen goed idee en wijst erop dat ze al twee paarden hebben die aandacht nodig hebben. In haar hoofd blijft de gedachte malen dat ze niet goed genoeg is als paardencoach, en dit begint steeds meer invloed te krijgen op haar werk en haar plezier in de coaching.
In de bijscholing leert Emma mindfulness-technieken toe te passen. Ze ervaart meer rust en aanwezigheid tijdens haar sessies, wat haar zenuwen aanzienlijk vermindert. Het accepteren van haar onzekerheid heeft haar geholpen deze angst niet langer te zien als een vijand, maar als een natuurlijk onderdeel van het proces. Daarnaast leerde Emma om de subtiele signalen van paarden beter te observeren. Ze ontdekt dat haar Tinkers, ook als ze weinig bewegen, wel veel laten zien. Het idee van het aanschaffen van een nieuw paard verdwijnt naar de achtergrond.
Na de bijscholing gaf Emma een sessie met Finn aan een nieuwe cliënt. Dit keer stond Finn in een hoek van de paddock en leek opnieuw niet te bewegen. Maar nu zag Emma de subtiele signalen die Finn gaf: een lichte oorbeweging, een opgetrokken neus, versnelde ademhaling. Gewapend met haar nieuwe kennis en technieken wist ze precies welke werkvormen ze kon inzetten met een minder actief paard. Ze begeleidde haar cliënt om meer in contact te komen met haar eigen gevoelens. Op het moment dat de cliënt aangaf dat ze zich meer ontspannen voelde, liep Finn naar de cliënt toe en bleef rustig naast haar staan. De cliënt voelde zich gesteund door het paard en Emma voelde het plezier in haar werk weer terugkomen.
*vanwege de privacy heet Emma in werkelijkheid anders.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024