Grenzen aangeven met 500 kilo oefenmateriaal
Ik zie het eigenlijk bij de eerste kennismaking al. Het paard dat net iets dichterbij komt dan normaal. De vrouw die daarop een stapje achteruit doet. Ze lacht en zegt dat ze het een lief paard vindt.
Ja, dit is er weer eentje: Iemand die niet goed haar grenzen aan geeft bij anderen.
Vandaag is Maartje*, eind dertig, huisarts, bij mij en coachpaard Beauty. Ik heb Maartje gevraagd om een rondje te lopen met Beauty, een elegante, donkerbruine, slanke merrie.
Zij loopt aan de binnenkant, het paard loopt aan de buitenkant. Het paard duwt haar steeds een beetje verder naar binnen.
Maartje doet steeds een stapje opzij.
Uiteindelijk lopen ze een heel klein rondje in het midden van de paddock, in plaats van een grote ronde langs de omheining.
Prettig voor het paard, want zo kost het haar weinig energie. Dit was echter niet wat Maartje wilde en na afloop vraagt ze zich af hoe dit nou heeft kunnen gebeuren.
Als ik dit met Maartje bespreek dan gebeurt hetzelfde nog een keer.
Het paard, dat vrij rond mag lopen als ik met mijn cliënten in gesprek ben, komt bij ons staan. Beauty duwt Maartje een stukje aan de kant.
Maartje doet een stapje naar achter.
Het paard komt verder tussen ons in staan. Maartje doet nog een stapje naar achter. Aan het eind van ons gesprek staan Maartje en ik ineens een paar meter uit elkaar.
Ongemerkt is het paard weer over Maartjes grenzen gegaan.
Het lijkt wel alsof paarden het feilloos aanvoelen als je van nature niet goed bent in het aangeven van je grenzen. Precies bij deze mensen laten mijn coachpaarden altijd al in de eerste paar minuten van de sessie zien wat het probleem is.
Het zijn geen paarden die iederéén omver duwen. Alleen bij deze mensen doen ze dat.
Precies de mensen die dan een stapje opzij doen. Die het paard te veel in hun persoonlijke ruimte laten komen. Die zich er eigenlijk niet prettig bij voelen, maar er ook niets aan doen.
Nu denk je misschien: als het paard jou aan de kant duwt, duw dan gewoon terug! Maar nee, zo werkt het niet. Deze kleine, slanke merrie weegt al 500 kilo, de meeste van haar vrienden zijn nog zwaarder.
Die 500 kilo duw je echt niet zomaar aan de kant.
Je zal met je lichaamstaal moeten aangeven dat het paard niet in jouw persoonlijke ruimte mag komen. Doe je dat op een respectvolle, maar duidelijke manier, dan zal het paard ook respectvol reageren en gepaste afstand houden.
Ik trek met mijn laars een streep door het zand en leg aan Maartje uit dat die streep de grens is waar Beauty niet overheen mag. Maartje moet aan de ene kant van de streep blijven en Beauty aan de andere kant van de streep.
Het lukt Maartje met wat tips best aardig om met haar lichaamstaal aan te geven dat Beauty afstand van haar moet houden. Bij navraag blijkt het echter bij Maartje van binnen heel anders aan te voelen.
Hoe dat voelt en wat we daaraan gaan doen? Dat lees je in de volgende blog: Super ongemakkelijk, zo voelt het om je grenzen aan te geven.
*Vanwege de privacy is Maartje niet haar echte naam en zijn persoonlijke details fictief.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024
Tijdens een bijscholing vertelde paardencoach Emma* mij over een sessie waarin haar Tinker, Finn, vrijwel de hele tijd stil bleef staan in het midden van de paddock. De sessie liep totaal niet goed en Emma hield er een slecht gevoel aan over. Ze wil meer tools krijgen om met dit soort situaties om te gaan; dat is de reden dat ze deze bijscholing volgt. Emma is een 38-jarige, sportieve vrouw uit Brabant. Naast haar parttime baan als HR-adviseur werkt ze twee dagen per week met haar twee Tinkers aan huis. Emma heeft een sterke passie voor het helpen van mensen met haar paarden, maar ze worstelt elke sessie met een knagende angst: wat als haar paarden niets laten zien? Dit gevoel van onzekerheid hangt als een schaduw over haar sessies, waardoor ze zich minder zelfverzekerd voelt als coach. Ze wil haar cliënten helpen, maar deze angst belemmert haar tijdens de sessies.
Emma zit momenteel in een vicieuze cirkel. Ze verbergt haar angst door een masker van zelfverzekerdheid op te zetten, maar diep van binnen voelt ze de spanning steeds meer opbouwen. Ze probeert dit op te lossen door elke sessie uitgebreid voor te bereiden, maar dit maakt haar eigenlijk alleen maar zenuwachtiger. Elke keer als een sessie niet verloopt zoals gepland, twijfelt ze nog meer aan zichzelf. Ze overweegt nu een warmbloed paard aan te schaffen in de hoop dat die meer signalen laat zien en het coachen makkelijker maakt. Haar man vindt dit echter geen goed idee en wijst erop dat ze al twee paarden hebben die aandacht nodig hebben. In haar hoofd blijft de gedachte malen dat ze niet goed genoeg is als paardencoach, en dit begint steeds meer invloed te krijgen op haar werk en haar plezier in de coaching.
In de bijscholing leert Emma mindfulness-technieken toe te passen. Ze ervaart meer rust en aanwezigheid tijdens haar sessies, wat haar zenuwen aanzienlijk vermindert. Het accepteren van haar onzekerheid heeft haar geholpen deze angst niet langer te zien als een vijand, maar als een natuurlijk onderdeel van het proces. Daarnaast leerde Emma om de subtiele signalen van paarden beter te observeren. Ze ontdekt dat haar Tinkers, ook als ze weinig bewegen, wel veel laten zien. Het idee van het aanschaffen van een nieuw paard verdwijnt naar de achtergrond.
Na de bijscholing gaf Emma een sessie met Finn aan een nieuwe cliënt. Dit keer stond Finn in een hoek van de paddock en leek opnieuw niet te bewegen. Maar nu zag Emma de subtiele signalen die Finn gaf: een lichte oorbeweging, een opgetrokken neus, versnelde ademhaling. Gewapend met haar nieuwe kennis en technieken wist ze precies welke werkvormen ze kon inzetten met een minder actief paard. Ze begeleidde haar cliënt om meer in contact te komen met haar eigen gevoelens. Op het moment dat de cliënt aangaf dat ze zich meer ontspannen voelde, liep Finn naar de cliënt toe en bleef rustig naast haar staan. De cliënt voelde zich gesteund door het paard en Emma voelde het plezier in haar werk weer terugkomen.
*vanwege de privacy heet Emma in werkelijkheid anders.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024