Bijzondere groep
Ik wist niet wat voor een groep ik zou krijgen die dag. Mijn opdrachtgever, een trainingsbureau, had alleen verteld dat de groep een jaartraject deed gericht op leiderschap, waarvan één dag bij de paarden. Het maakt voor de paarden natuurlijk niets uit of iemand bankier is of bakker. Mijn brein werkt echter anders dan dat van de paarden. Toen de groep binnenkwam die ochtend, begon ik onbewust te raden wat voor een beroep ze zouden hebben. Het waren allemaal mannen. Stoere mannen met tattoos, in spijkerbroek en laarzen. Ze waren luidruchtig en er werd veel en hard gelachen. Het leken me eerder bakkers dan bankiers.

Bij de introductie van een groepstraining leg ik altijd iets uit over het wezen paard. Ik vertel wat we kunnen doen om het welzijn van het paard te verhogen. Ik vertel bijvoorbeeld dat paarden kuddedieren zijn en dat we daarom zorgen dat het coachpaard altijd zicht heeft op de rest van de kudde. Met de groep gaan we daar niet tussenin staan. Natuurlijk bespreek ik ook de veiligheid.
De veiligheidsregels zijn eenvoudig:
1. Zorg dat het paard je kan zien. Niet vlak achter het paard staan, maar aan de voorkant of zijkant van het paard blijven. Paarden kunnen 360 graden om zich heenkijken doordat hun ogen aan de zijkant van hun hoofd zitten. Alleen recht achter hun staart zit een dode hoek. Het voelt voor het paard niet prettig als iemand (die hij niet kent) precies daar gaat staan. Het kan zelfs gevaarlijk zijn. De dode hoek is even groot als de lengte van de achterbenen….
2. Houd het touw losjes in de hand, zodat je het makkelijk los kan laten. Paarden zijn vluchtdieren. Als ze zich bedreigd voelen dan rennen ze weg. Als dat gebeurt dan is het niet fijn als er nog een mens aan het touw vastzit. Sommige mensen hebben de neiging om het touw strak om de hand te wikkelen. Mocht het paard dan vluchten, dan kan je niet snel loslaten.
3. Doe altijd wat ik zeg. Ik doe ook altijd wat jij zegt. Sommige mensen zijn zó gewend om veel te vergaderen, dat ze overal over in discussie gaan. Ook over hun eigen veiligheid. Daarom vertel ik altijd even hoe paarden omgaan met het thema veiligheid. Stel dat één paard denkt dat er een leeuw in de bosjes zit. Dan slaat de hele kudde op de vlucht. Er wordt niet eerst gediscussieerd met elkaar, er wordt geen vergadering ingepland of over gestemd… Dus als ik denk dat de veiligheid in gevaar is, dan moet er door de groep meteen gereageerd worden. Andersom, zal ik ook altijd meteen reageren als een deelnemer om hulp vraagt, wil dat ik het paard vasthoud of als hij de bak uit wil.
Nadat ik dit allemaal verteld had, vroeg ik of iemand al ervaring had met paarden. De luidruchtigste man van de groep riep meteen: “Wel op mijn bord!”. Er werd gelachen, de andere mannen kwamen bijna niet meer bij van deze goede grap. Daarna riepen nog een aantal mensen iets waar ook smakelijk om gelachen werd: “Ik hou van paarden, vooral op mijn brood!”, “Ik heb veel ervaring met paarden, niet onder het zadel, maar wel onder het mes!”, “Ik vind paarden vooral leuk als ze in de worst zitten!”. Nou was dit niet de eerste keer dat ik deze grapjes hoorde. In bijna elke groep zit wel iemand die denkt dat hij heel origineel is. En als er zo ontzettend hard gelachen wordt, dan is dat meestal van de zenuwen. Maar deze groep was anders. Ze maakten wel érg veel grapjes over paardenvlees…
Er begon me iets te dagen. Deze mannen waren geen bakkers. “Wat voor een werk doen jullie eigenlijk?”. Nu werd het stil. De eerste man nam het woord weer en zei bloedserieus: “Wij zijn allemaal slagers”.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2023
Herkenbaar? Laat hieronder je reactie achter!