Voor de zekerheid
“Ik heb voor de zekerheid een pakje in de auto liggen, hoor, ook al ben ik gestopt” vertrouwt Lauren* mij toe.
Op mijn vragende blik licht ze toe dat het om een pakje sigaretten gaat.“Voor de zekerheid?” vraag ik.
“Ja, voor als de coaching te heftig is. Dan kan ik mezelf weer rustig krijgen voordat ik naar huis ga. Ik denk dat ik het niet nodig heb, hoor, maar het geeft me een prettig gevoel dat ik het bij me heb. Voor de zekerheid, dus.”
Lauren is jaren verslaafd geweest aan nicotine. Als ze een sigaret rookte, dan doofde ze haar emoties uit. Alleen al een sigaret tussen haar vingers gaf haar een rustig gevoel. Roken was jarenlang een manier om angst, verdriet en woede de baas te blijven.
Als ik haar vraag wat ze nu, sinds ze gestopt is met roken, gebruikt om haar emoties onder controle te houden, geeft ze aan dat witte wijn hetzelfde effect heeft. Ze heeft alleen steeds meer glazen nodig voordat het goed werkt.
“En ik kan moeilijk een fles wijn in de auto leggen,” lacht ze, “vandaar die sigaretten!”.
Lauren realiseert zich dat dit geen gezonde oplossing is, daarom is ze nu hier. Ze wil leren op een gezonde manier met haar emoties om te gaan. Paarden kunnen tenslotte ook zonder sigaretten en alcohol leven.
Wat Lauren doet om haar negatieve emoties te kunnen hanteren wordt in de psychologie ‘coping’ genoemd. Het is een vorm van zelf-medicatie.
Net als het nemen van een kalmeringspil kunnen ook sigaretten, alcohol en drugs ervoor zorgen dat je je rustiger voelt. Andere coping mechanismen zijn bijvoorbeeld bingewatching op Netflix, vluchten in je werk, comfort food eten, jezelf eten onthouden, jezelf beschadigen, schrijven in een dagboek of je uitleven in de sportschool.
Iedereen ontwikkelt in de loop van zijn leven zijn eigen coping mechanismen. Heel wat van die gedragingen, zoals zelf-medicatie, zijn helaas erg ongezond voor je lichaam. Of ze maken het je lastig om waardevolle relaties met anderen op te bouwen. Je hebt er steeds meer van nodig om hetzelfde effect te bereiken.
Andere coping mechanismen werken prima, zijn niet slecht voor je en zitten je niet in de weg om je leven te leiden zoals je het wilt leiden.
Het is dus niet zo dat coping per definitie slecht is. Het is juist goed en heel natuurlijk om een manier te vinden om om te gaan met tegenslagen in het leven. Als je echter merkt dat jouw manier om dat te doen niet werkbaar is, dan moet je daar iets aan veranderen.
Lauren heeft gemerkt dat zowel sigaretten als wijn voor haar geen gezonde manier vormen om met stress om te gaan. Het heeft een negatieve invloed op haar gezondheid en begint nu zelfs de relatie met haar man en gezin te beïnvloeden.
Tijdens het coachingstraject oefent Lauren met gezonde manieren om met negatieve emoties om te gaan. Lauren heeft een moeilijke jeugd gehad, waar ze nu ze zelf moeder is geworden, vaak aan herinnerd wordt. We gebruiken deze herinneringen om tijdens de sessies te kunnen oefenen in het omgaan met verdriet, angst en woede.
Als Lauren probeert contact te zoeken met het paard, Blacky, loopt hij meteen weg. Lauren loopt achter hem aan, maar Blacky draait zich steeds weg en gaat uiteindelijk in een hoek van de bak staan met zijn hoofd over de omheining heen naar buiten gericht.
Lauren geeft aan dat ze zich afgewezen voelt. Dat gevoel van afwijzing kent ze uit haar jeugd en het heeft haar altijd veel verdriet gedaan. Blacky roept herinneringen van vroeger op, ze voelt zich meteen weer verdrietig. En dat is mooi, want dan kunnen we daar mee oefenen!
Ik vraag Lauren om haar aandacht die nu op het paard gericht is, naar binnen te richten, in haar eigen lichaam. Ik vraag haar om te ontdekken hoe dat verdriet precies voelt. Waar voel je dat in je lichaam? Kan je het aanwijzen? Voelt het groot of klein, hard of zacht, zwaar of licht? Lauren legt haar hand op haar buik. Ze geeft aan dat het letterlijk voelt als een steen op haar maag.
Ik vraag haar om zo te ademen dat de hand op haar buik bij een inademing omhoog gaat en bij een uitademing terug naar beneden. Tegelijkertijd moet ze proberen haar aandacht op het gevoel in haar buik te richten zonder er iets aan te willen veranderen.
Door aandacht te geven aan de emotie neemt de stress rondom de emotie af. De emotie zelf zal niet verdwijnen, maar doordat het geen stress oproept heb je geen ongezonde coping mechanismen nodig om ermee om te gaan.
We doen deze oefening een paar minuten en stoppen dan. Daarna gaat Lauren opnieuw naar Blacky, die inmiddels een stukje dichterbij gekomen is.
Een aantal keren laat Blacky zich aaien, soms loopt hij een stukje met Lauren mee, voordat hij zich weer omdraait en wegloopt. Elke keer als dat gebeurt, wordt Lauren weer verdrietig en herhaalt zij de oefening waarbij ze haar aandacht op dat verdriet richt.
Aan het eind van de sessie vraag ik Lauren of ze behoefte heeft aan een sigaret. Verbaasd constateert ze van niet. Het nieuwe coping mechanisme lijkt te werken.
Ook tussen de sessies door blijft Lauren deze oefening herhalen. Steeds als ze thuis geconfronteerd wordt met negatieve herinneringen aan haar jeugd voert ze de oefening uit.
Na een aantal sessies is Lauren sneller dan Blacky. Hij loopt niet meer weg. Zodra Lauren merkt dat ze spanning krijgt legt ze kort haar hand op haar buik, haalt diep adem en loopt weer verder. Blacky loopt zonder problemen met haar mee.
Gesteund door Blacky en min of meer verstopt achter zijn hoofd, durft Lauren een aantal gebeurtenissen uit haar jeugd te delen. Dit deed ze eerder nooit, omdat het voor haar teveel heftige emoties oproept. Het vertellen zorgt inderdaad voor tranen.
We zijn even stil zodat ze ook aan deze emotie aandacht kan geven. Het is niet de bedoeling dat Lauren nu de rest van haar leven geen negatieve emoties meer voelt. Natuurlijk zullen de gebeurtenissen uit haar jeugd haar nog altijd verdriet blijven doen. Ze kan er nu echter op een gezonde manier mee omgaan, zonder verslavende middelen.
Na afloop vraagt ze of ik even mee wil lopen naar de auto. Ze laat het handschoenenkastje zien. Er liggen geen sigaretten in.
*In verband met de privacy is Lauren niet haar echte naam en de vrouw op de foto is iemand anders.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2020
Tijdens een bijscholing vertelde paardencoach Emma* mij over een sessie waarin haar Tinker, Finn, vrijwel de hele tijd stil bleef staan in het midden van de paddock. De sessie liep totaal niet goed en Emma hield er een slecht gevoel aan over. Ze wil meer tools krijgen om met dit soort situaties om te gaan; dat is de reden dat ze deze bijscholing volgt. Emma is een 38-jarige, sportieve vrouw uit Brabant. Naast haar parttime baan als HR-adviseur werkt ze twee dagen per week met haar twee Tinkers aan huis. Emma heeft een sterke passie voor het helpen van mensen met haar paarden, maar ze worstelt elke sessie met een knagende angst: wat als haar paarden niets laten zien? Dit gevoel van onzekerheid hangt als een schaduw over haar sessies, waardoor ze zich minder zelfverzekerd voelt als coach. Ze wil haar cliënten helpen, maar deze angst belemmert haar tijdens de sessies.
Emma zit momenteel in een vicieuze cirkel. Ze verbergt haar angst door een masker van zelfverzekerdheid op te zetten, maar diep van binnen voelt ze de spanning steeds meer opbouwen. Ze probeert dit op te lossen door elke sessie uitgebreid voor te bereiden, maar dit maakt haar eigenlijk alleen maar zenuwachtiger. Elke keer als een sessie niet verloopt zoals gepland, twijfelt ze nog meer aan zichzelf. Ze overweegt nu een warmbloed paard aan te schaffen in de hoop dat die meer signalen laat zien en het coachen makkelijker maakt. Haar man vindt dit echter geen goed idee en wijst erop dat ze al twee paarden hebben die aandacht nodig hebben. In haar hoofd blijft de gedachte malen dat ze niet goed genoeg is als paardencoach, en dit begint steeds meer invloed te krijgen op haar werk en haar plezier in de coaching.
In de bijscholing leert Emma mindfulness-technieken toe te passen. Ze ervaart meer rust en aanwezigheid tijdens haar sessies, wat haar zenuwen aanzienlijk vermindert. Het accepteren van haar onzekerheid heeft haar geholpen deze angst niet langer te zien als een vijand, maar als een natuurlijk onderdeel van het proces. Daarnaast leerde Emma om de subtiele signalen van paarden beter te observeren. Ze ontdekt dat haar Tinkers, ook als ze weinig bewegen, wel veel laten zien. Het idee van het aanschaffen van een nieuw paard verdwijnt naar de achtergrond.
Na de bijscholing gaf Emma een sessie met Finn aan een nieuwe cliënt. Dit keer stond Finn in een hoek van de paddock en leek opnieuw niet te bewegen. Maar nu zag Emma de subtiele signalen die Finn gaf: een lichte oorbeweging, een opgetrokken neus, versnelde ademhaling. Gewapend met haar nieuwe kennis en technieken wist ze precies welke werkvormen ze kon inzetten met een minder actief paard. Ze begeleidde haar cliënt om meer in contact te komen met haar eigen gevoelens. Op het moment dat de cliënt aangaf dat ze zich meer ontspannen voelde, liep Finn naar de cliënt toe en bleef rustig naast haar staan. De cliënt voelde zich gesteund door het paard en Emma voelde het plezier in haar werk weer terugkomen.
*vanwege de privacy heet Emma in werkelijkheid anders.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024