Internationale kudde
“Zeg, jij spreekt toch Engels?” vraagt mijn collega. “Yes,” beaam ik. Zo komt het dat ik een paar dagen later op een weiland sta met het management team van een grote multinational. De teamleden komen uit verschillende landen. Het paard, Wietse, komt gewoon uit Nederland, uit Friesland om precies te zijn. Ik vraag de teamleden eerst maar eens één voor één kennis te maken met Wietse.
De Engelsman geeft aan dat hij als eerste de ring in zal gaan. Terwijl hij naar het paard toeloopt vertelt hij aan zijn collega’s dat hij vroeger samen met zijn opa jachten reed, waarna een toelichting volgt over wat een Engelse jacht inhoudt. Ondertussen geeft hij het paard wat klopjes op zijn hals en laat hij een verbaasde Wietse weer alleen achter.
De Amerikaan gaat de ring in. Hij loopt met grote stappen door de ring. Wietse draait zich om en loopt weg. De man loopt naar hem toe. Wietse loopt weg. De man loopt achter hem aan. Wietse wacht tot hij vlakbij is en loopt dan weer weg. Het lijkt wel tikkertje. Hetzelfde patroon blijft zich nog een hele tijd herhalen totdat de man het opgeeft.
Dan is het de beurt aan de Italiaan. Hij begint al van een afstandje te praten tegen Wietse. Blijkbaar verstaat Wietse Italiaans want hij komt naar de man toe. De man vliegt hem om de hals en blijft maar tegen hem praten. Het klinkt heel vrolijk en liefdevol, al versta ik geen Italiaans. Als hij weer terugloopt naar zijn collega’s, loopt Wietse achter hem aan. Iedereen lacht, het lijkt wel een hondje.
De Nederlander stapt de ring in. Hij loopt naar Wietse, geeft hem een klopje op zijn hals, zegt “Kom!” en begint een rondje door de ring te lopen. Wietse loopt braaf achter hem aan. Zodra het rondje afgelopen is gaat Wietse gras eten, de man loopt weg. “Braaf paard hoor,” mompelt hij tegen mij in het voorbijgaan.
De Braziliaan geeft aan dat zijn Chinese collega wel eerst mag gaan. Zij is de enige vrouw in de groep. “Ladies first!” De vrouw lacht, zegt “Yes, yes,” en schudt ondertussen “Nee, nee” met haar hoofd. Ze stapt naar achter, weg van de ring. De Braziliaan haalt zijn schouders op en gaat de ring in.
Hij loopt direct naar het midden van de ring, handen in de zij, borst naar voren, voeten stevig in het gras. Wietse kijkt op van het gras, ziet de man en maakt zich ineens heel groot. Ze staren elkaar onbewegelijk aan. Dan begint Wietse te briesen en zet zich in beweging. Hij gaat niet naar de man toe, maar draaft in een cirkel om de man heen. Wietse ziet er imponerend uit, zijn hoeven dreunen op de grond, zijn lange manen wapperen in de wind. “Beautiful!” roept de man vol enthousiasme tegen zijn collega’s. Hij verlaat de ring, Wietse kijkt hem na.
Nu is de Chinese vrouw aan de beurt. Ik vraag haar of ze de ring in wil komen. “Yes, yes,” zegt ze terwijl ze weer nee schudt. Toch loopt ze de ring in. Ze komt bij mij staan. Beter gezegd: ze verstopt zich achter mijn rug. Ik vraag of ze het spannend vindt. “Yes, yes.” Met gesloten vragen kom ik duidelijk niet verder. Wietse blijft bij ons uit de buurt en kijkt ons wantrouwend aan. Ik stel een open vraag: “Wat vind je van het paard?” Ze vertelt dat ze uit Shanghai komt en nog nooit een paard in het echt gezien heeft. Ze vindt Wietse mooi, maar ook ontzettend eng. Op het moment dat ze dit uitspreekt gaat Wietse rustig staan grazen. Ik hoor een diepe zucht naast me.
Ik roep het team bijeen en vraag wat tot nu toe opgevallen is. Ze zijn het er al snel over eens dat ze allemaal een andere benadering hadden naar het paard toe en dat het paard logischerwijs ook steeds anders reageerde. Ze trekken de parallel naar hun eigen werk. Ze moeten lachen om de culturele verschillen die naar voren kwamen in de communicatie met Wietse. Ze vertellen dat ze die verschillen ook in hun werk tegenkomen en dat dit vaak tot misverstanden leidt.
Ik merk op dat paarden geen last hebben van taal- en cultuurverschillen. We besluiten de rest van de ochtend te besteden aan het vormen van een kudde. Een internationale kudde. Een kudde waarin iedereen verschillend mag zijn en waarvan toch alle leden bij elkaar horen.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024
Tijdens een bijscholing vertelde paardencoach Emma* mij over een sessie waarin haar Tinker, Finn, vrijwel de hele tijd stil bleef staan in het midden van de paddock. De sessie liep totaal niet goed en Emma hield er een slecht gevoel aan over. Ze wil meer tools krijgen om met dit soort situaties om te gaan; dat is de reden dat ze deze bijscholing volgt. Emma is een 38-jarige, sportieve vrouw uit Brabant. Naast haar parttime baan als HR-adviseur werkt ze twee dagen per week met haar twee Tinkers aan huis. Emma heeft een sterke passie voor het helpen van mensen met haar paarden, maar ze worstelt elke sessie met een knagende angst: wat als haar paarden niets laten zien? Dit gevoel van onzekerheid hangt als een schaduw over haar sessies, waardoor ze zich minder zelfverzekerd voelt als coach. Ze wil haar cliënten helpen, maar deze angst belemmert haar tijdens de sessies.
Emma zit momenteel in een vicieuze cirkel. Ze verbergt haar angst door een masker van zelfverzekerdheid op te zetten, maar diep van binnen voelt ze de spanning steeds meer opbouwen. Ze probeert dit op te lossen door elke sessie uitgebreid voor te bereiden, maar dit maakt haar eigenlijk alleen maar zenuwachtiger. Elke keer als een sessie niet verloopt zoals gepland, twijfelt ze nog meer aan zichzelf. Ze overweegt nu een warmbloed paard aan te schaffen in de hoop dat die meer signalen laat zien en het coachen makkelijker maakt. Haar man vindt dit echter geen goed idee en wijst erop dat ze al twee paarden hebben die aandacht nodig hebben. In haar hoofd blijft de gedachte malen dat ze niet goed genoeg is als paardencoach, en dit begint steeds meer invloed te krijgen op haar werk en haar plezier in de coaching.
In de bijscholing leert Emma mindfulness-technieken toe te passen. Ze ervaart meer rust en aanwezigheid tijdens haar sessies, wat haar zenuwen aanzienlijk vermindert. Het accepteren van haar onzekerheid heeft haar geholpen deze angst niet langer te zien als een vijand, maar als een natuurlijk onderdeel van het proces. Daarnaast leerde Emma om de subtiele signalen van paarden beter te observeren. Ze ontdekt dat haar Tinkers, ook als ze weinig bewegen, wel veel laten zien. Het idee van het aanschaffen van een nieuw paard verdwijnt naar de achtergrond.
Na de bijscholing gaf Emma een sessie met Finn aan een nieuwe cliënt. Dit keer stond Finn in een hoek van de paddock en leek opnieuw niet te bewegen. Maar nu zag Emma de subtiele signalen die Finn gaf: een lichte oorbeweging, een opgetrokken neus, versnelde ademhaling. Gewapend met haar nieuwe kennis en technieken wist ze precies welke werkvormen ze kon inzetten met een minder actief paard. Ze begeleidde haar cliënt om meer in contact te komen met haar eigen gevoelens. Op het moment dat de cliënt aangaf dat ze zich meer ontspannen voelde, liep Finn naar de cliënt toe en bleef rustig naast haar staan. De cliënt voelde zich gesteund door het paard en Emma voelde het plezier in haar werk weer terugkomen.
*vanwege de privacy heet Emma in werkelijkheid anders.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024