Het ijsberende coachpaard
Het coachpaard bleef maar ijsberen langs het hek. Ik vond het zielig voor deze normaal zo rustige merrie. Ik vroeg de eigenares van het paard om de twee vrienden van de merrie op te halen, zodat ze haar vertrouwde kudde bij zich had in de paddock.
Nu zal ze wel snel tot rust komen dacht ik nog. Het tegendeel was waar. Zelfs met haar vriendjes er bij bleef ze nerveus ijsberen langs het hek. Het ene vriendje, een ruin, stond er een tijdje naar te kijken, draaide zich om en ging staan slapen in de zon. Het andere paard, een merrie, probeerde een paar keer het ijsberen te onderbreken door in de weg te gaan staan. Het hielp niets. Het leek alsof ze niet gezien werd, ze werd zo aan de kant geduwd.
Emma stond naast mij in de bak. Ze keek gefixeerd naar de ijsberende merrie. „Ik word er helemaal nerveus van,” zei ze „kan ze niet even stilstaan?”. En na een tijdje. „Ik word er zo verdrietig van, dit is toch geen leven? Ze maakt zichzelf helemaal gek. Dit is geen doen.”.
Zo bleven we beiden staan kijken naar de ijsberende merrie. Ik had nog nooit een coachpaard meegemaakt dat zo ontzettend vasthoudend haar best deed om de cliënt iets duidelijk te maken. Ze nam geen moment pauze, ze ging maar door. Dat haar beide vriendjes inmiddels heerlijk van de zon stonden te genieten liet haar volledig koud. Stug bleef ze haar ijsberende patroon herhalen.
„Ik kan het niet meer aanzien.” zei Emma, terwijl ze als verstijfd stond te kijken naar de merrie. Het leek alsof ze haar ogen er niet vanaf kon houden. Ze keek mij niet aan als ze tegen mij sprak, de ijsberende merrie had haar helemaal in beslag genomen.
„Dan doe je er toch iets aan.” zei ik, zonder te weten wat ze dan precies zou kunnen doen. Als we hier in het midden zouden blijven staan dan zou er in ieder geval niets veranderen. Dat wist ik wél zeker. En eerlijk gezegd kon ik het ook niet veel langer aanzien.
Emma deed een twijfelde stap richting de merrie en stopte toen weer. Weer bleef ze als verstijfd staan kijken. Behalve de tranen in haar ogen die op verdriet duidden, had ik geen idee wat er in haar omging. Toen ik er naar vroeg kreeg ik geen antwoord.
De merrie bleef ijsberen, zonder op of om te kijken.
Emma deed nog een stapje dichterbij. Ze ging in het looppad van de merrie staan. De merrie liep haar voorbij alsof ze haar niet zag. Emma deed weer een stap terug. Ze bleef een hele tijd zo staan. De merrie liep steeds vlak langs haar, zonder haar aan te kijken. Heen en weer, heen en weer.
Het duurde een hele tijd voordat Emma zich omdraaide en naar mij toe kwam. De tranen stroomde over haar gezicht en nu kwam het hele verhaal eruit. Over hoe ze haar hele leven al heen en weer rende. Hoe ze zichzelf nooit een pauze gunde. Hoe ze soms vol enthousiasme en passie aan het rennen was, maar er ook momenten waren waarop ze niemand zag of hoorde en gewoon maar door en door ging.
Zij was de ijsberende merrie.
Terwijl Emma haar verhaal vertelde en haar tranen de vrije loop liet stopte de merrie. Ze liep naar het hek en bleef daar rustig staan. Ze keek naar haar eigenares alsof ze zeggen wilde „Zo, ik ben klaar, waar gaan we nu naar toe baasje?”
*In verband met de privacy heet Emma in werkelijkheid anders.
© 2015-2021, Wendela den Tonkelaar