Wat zou je doen als alles mogelijk zou zijn?
Ik maak in mijn ACT-sessies vaak gebruik van de ‘wondervraag’. Deze oefening komt oorsponkelijk uit de oplossingsgerichte gespreksvoering. ACT leent graag oefeningen uit allerlei andere methode’s.
Deze oefening is heel handig om snel inzicht te krijgen in wat nou echt belangrijk is voor de cliënt (‘waarden’). Daarna kan je gaan kijken welke stappen nodig zijn om daar te komen (‘waardegerichte actie’).
Het mooie van de wondervraag is: je kan bij deze oefening ook paarden inzetten. Naar mijn mening is het zelfs effectiever met paarden. Ik zal straks toelichten waarom ik dat denk.
De opdracht voor de cliënt is eigenlijk heel eenvoudig: Stel je voor dat je morgen wakker wordt en er is een wonder gebeurd. Alle belemmeringen die je had zijn weg. Stel je voor dat alles mogelijk is. Hoe ziet jouw dag er dan uit?
Vervolgens ga ik doorvragen hoe die dag eruit ziet. Ik vraag wat iemand hoort, voelt, proeft en ruikt om de visualisatie sterker te maken. Voor jongeren voeg ik eraan toe dat ik hem/haar een vlogcamera meegeef en vraag wat er te zien is op deze vlog. Ik wil namelijk graag weten wat iemand gaat doen, welk gedrag zien we? Wie zijn daarbij betrokken? Waar vindt dit plaats?
Overigens hoeft de cliënt (nog) geen antwoord te geven op deze vragen. Het gaat er nu alleen nog om dat iemand alles goed voor zich kan zien (visualiseren). Vervolgens vraag ik de cliënt om met voorwerpen in de rijbaan te verbeelden hoe de wonder-dag eruit ziet. Ik zorg dat er voldoende voorwerpen aanwezig zijn, zodat de cliënt mooie kunstwerken kan maken. Je kan denken aan de volgende voorwerpen:
- pionnen
- balkjes
- fietsbanden (knip ze wel even door voor de veiligheid, dan kan er niemand in blijven haken)
- oude knuffels
- ballen in verschillende formaten
- oude doeken/lakens (zorg dat ze niet wapperen in de wind)
- extra tip: bij de paardencoachshop vind je nog meer leuke, veilige materialen
Het wordt dus uiteindelijk een route van de ochtend tot de avond, langs allemaal voorwerpen/kunstwerken. Je voelt het misschien al aankomen, deze route ga je afleggen met een paard. Het paard helpt je om makkelijker bij je gevoel te komen. En niet alleen het paard, ook de beweging (lopen) in de buitenlucht. Daarom stimuleer ik cliënten om de hele rijbaan te gebruiken bij deze oefening.
Als we alleen maar praten over het wonder, dan zijn veel mensen geneigd om alleen vanuit hun ratio antwoord te geven (ze zitten ‘in hun hoofd’). Je krijgt dan bij sommige mensen alleen sociaal wenselijke antwoorden. Andere mensen klappen dicht waardoor je er bijna niets uitkrijgt. En weer anderen beginnen meteen weer allemaal belemmeringen op te werpen voor zichzelf. Voor deze mensen werkt het veel beter om met een paard, in beweging, te voelen wat echt belangrijk voor ze is.
Bij elk onderdeel van de dag kan je even stilstaan en delen wat je voelt. Ik observeer altijd goed hoe het paard zich gedraagt hij bepaalde voorwerpen en tijdens de route door de dag. Vaak vindt er interactie plaats tussen het paard en de voorwerpen. Dit roept natuurlijk ook weer gevoelens op bij de cliënt, waardoor de oefening veel dynamischer wordt. Vaak worden er waarden genoemd tijdens de oefening, het is handig om die meteen even op te schrijven.
Tenslotte maak je de stap van de waarden naar de waardegerichte actie. Welke stappen zijn nodig om (een stukje van) dit wonder uit te laten komen? Daar kunnen de volgende vragen je bij helpen:
- Welke kwaliteiten kan je inzetten?
- Welke vaardigheden kan je inzetten?
- Welke hulpbronnen/personen kan je inzetten?
Over dit stappenplan kan je natuurlijk ook weer een hele sessie doen. Maar je kan het voor nu ook houden bij één klein, haalbaar en concreet stapje. Hier kan de cliënt na de sessie meteen mee aan de slag.
Veel plezier met oefenen!
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024
Tijdens een bijscholing vertelde paardencoach Emma* mij over een sessie waarin haar Tinker, Finn, vrijwel de hele tijd stil bleef staan in het midden van de paddock. De sessie liep totaal niet goed en Emma hield er een slecht gevoel aan over. Ze wil meer tools krijgen om met dit soort situaties om te gaan; dat is de reden dat ze deze bijscholing volgt. Emma is een 38-jarige, sportieve vrouw uit Brabant. Naast haar parttime baan als HR-adviseur werkt ze twee dagen per week met haar twee Tinkers aan huis. Emma heeft een sterke passie voor het helpen van mensen met haar paarden, maar ze worstelt elke sessie met een knagende angst: wat als haar paarden niets laten zien? Dit gevoel van onzekerheid hangt als een schaduw over haar sessies, waardoor ze zich minder zelfverzekerd voelt als coach. Ze wil haar cliënten helpen, maar deze angst belemmert haar tijdens de sessies.
Emma zit momenteel in een vicieuze cirkel. Ze verbergt haar angst door een masker van zelfverzekerdheid op te zetten, maar diep van binnen voelt ze de spanning steeds meer opbouwen. Ze probeert dit op te lossen door elke sessie uitgebreid voor te bereiden, maar dit maakt haar eigenlijk alleen maar zenuwachtiger. Elke keer als een sessie niet verloopt zoals gepland, twijfelt ze nog meer aan zichzelf. Ze overweegt nu een warmbloed paard aan te schaffen in de hoop dat die meer signalen laat zien en het coachen makkelijker maakt. Haar man vindt dit echter geen goed idee en wijst erop dat ze al twee paarden hebben die aandacht nodig hebben. In haar hoofd blijft de gedachte malen dat ze niet goed genoeg is als paardencoach, en dit begint steeds meer invloed te krijgen op haar werk en haar plezier in de coaching.
In de bijscholing leert Emma mindfulness-technieken toe te passen. Ze ervaart meer rust en aanwezigheid tijdens haar sessies, wat haar zenuwen aanzienlijk vermindert. Het accepteren van haar onzekerheid heeft haar geholpen deze angst niet langer te zien als een vijand, maar als een natuurlijk onderdeel van het proces. Daarnaast leerde Emma om de subtiele signalen van paarden beter te observeren. Ze ontdekt dat haar Tinkers, ook als ze weinig bewegen, wel veel laten zien. Het idee van het aanschaffen van een nieuw paard verdwijnt naar de achtergrond.
Na de bijscholing gaf Emma een sessie met Finn aan een nieuwe cliënt. Dit keer stond Finn in een hoek van de paddock en leek opnieuw niet te bewegen. Maar nu zag Emma de subtiele signalen die Finn gaf: een lichte oorbeweging, een opgetrokken neus, versnelde ademhaling. Gewapend met haar nieuwe kennis en technieken wist ze precies welke werkvormen ze kon inzetten met een minder actief paard. Ze begeleidde haar cliënt om meer in contact te komen met haar eigen gevoelens. Op het moment dat de cliënt aangaf dat ze zich meer ontspannen voelde, liep Finn naar de cliënt toe en bleef rustig naast haar staan. De cliënt voelde zich gesteund door het paard en Emma voelde het plezier in haar werk weer terugkomen.
*vanwege de privacy heet Emma in werkelijkheid anders.
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2024