„Mag ik ook dansen met het paard?” vraagt ze. Ik antwoord dat dat mag. „Niet tegen de anderen zeggen hoor”, fluistert ze me nog toe voordat ze wegloopt. Heupwiegend loopt ze over het weiland. Het is een ingetogen dans, bijna onzichtbaar voor anderen. Maar wel zichtbaar voor het paard. Hij danst achter haar aan. Hij maakt zijn lichaam prachtig rond, kijkt trots om zich heen en volgt zijn danspartner overal naar toe.
Voordat deze jonge dame* aan de beurt was om iets met het paard te doen, hadden verschillende van haar, overwegend mannelijke, collega’s al geprobeerd het paard in vrijheid te laten volgen. Met wisselend succes. Tot nu toe wilde het paard niet meer dan drie stappen meelopen, totdat het gras weer aantrekkelijker was geworden dan de mens. Nu was het echter totaal anders. Het was alsof het gras niet meer bestond. Iedereen keek met open mond toe hoe hun jongste collega al haar voorgangers het nakijken gaf.
Ze viel me meteen op toen ik die ochtend het team collega’s ontmoette. Een typisch ‘stadsmeisje’ vond ik haar. De witte Uggs waren niet precies wat ik bedoelde toen ik in de uitnodiging schreef „Trek laarzen aan”. En de eveneens spierwitte bodywarmer (inmiddels vol met zwarte vegen) was ook niet wat ik in gedachten had toen ik schreef „Draag warme kleding die vuil mag worden”. Ze viel ook op doordat ze een van de weinige vrouwen in de groep was en een stuk jonger dan de rest. Ze stelde zich heel rustig en afwachtend op. Terwijl haar mannelijke collega’s het hoogste woord hadden dronk zij rustig haar cappuccino.
Haar collega’s gaven aan dat ze paarden „heus niet” eng vonden en dat het vast niet moeilijk zou zijn om het paard te laten volgen. Zij gaf aan dat ze nog nooit bij een paard was geweest en zonder verwachtingen de dag inging. Ze keek toe hoe haar collega’s om de beurt tevergeefs probeerden het paard in beweging te krijgen. Ze bemoeide zich weinig met de gesprekken langs de zijlijn. Toen ik vroeg of zij het ook wilde proberen had ik eigenlijk verwacht dat ze zou zeggen dat ze liever haar schoenen niet vies wilde maken (wat ik ook wel zou kunnen begrijpen, want mijn laarzen zagen er inmiddels niet meer uit).
Ik keek naar haar door mijn eigen, gekleurde bril. Een bril die een verkeerd beeld gaf. Want ze wilde juist graag naar het paard toe en zei niets over haar schoenen. Het paard keek door een heel andere bril dan ik. Hij zag haar witte Uggs en hippe zonnebril niet. Hij wist niet dat ze de jongste in de groep was. Hij liet zich niet beïnvloeden door de andere mensen die daarvoor geprobeerd hadden hem te verleiden in beweging te komen. Hij gaf deze vrouw een eerlijke kans om zichzelf te laten zien zoals ze is.
Zij koos ervoor anders te zijn dan haar voorgangers. Ze koos ervoor om te dansen. Ze viel op. Ze maakte indruk. Iedereen was er stil van en nu kreeg zij eens het woord. Op mijn vraag waarom dansen en niet gewoon wandelen, zoals haar collega’s deden, zei ze „Ik hou van dansen. Dansen is iets wat je samen doet. Wandelen niet, wandelen doe ik altijd alleen. Maar dansen, ja dat is echt een samenwerking. Ik wilde het paard laten voelen hoe heerlijk het is om te dansen. En dat heb ik gedaan.”
*In verband met de privacy is de vrouw op de foto niet de jonge dame uit het verhaal.
Nu ben ik benieuwd: in welke situaties durf jij anders te zijn dan anders? Deel je reactie hieronder!
ⓒ Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2015