De mythe van het positief denken
“Hij loopt niet weg. Hij loopt niet weg. Hij loopt niet weg.”, zegt ze hardop tegen zichzelf als ze de paddock inloopt. Ik kijk naar de reactie van de kleine bonte pony. Hij loopt weg. Ik kijk weer naar Marion. De tranen staan in haar ogen. “Ik probeerde echt om positief te denken. Waarom loopt hij dan toch van me weg?”, vraagt ze me. “Wat wil je van de pony?”, vraag ik haar. “Dat hij niet wegloopt, want dan voel ik me afgewezen.” “Maar wat wil je dan wél dat hij doet?” “Tsja, dat weet ik niet. Het maakt me niet uit wat hij doet, als hij maar niet wegloopt.”
Er zijn veel misverstanden over ‘positief denken’. Eén van die misverstanden laat Marion hier heel mooi zien. De gedachte ‘Hij loopt niet weg’ is geen positieve gedachte. Het is een negatieve gedachte, er zit namelijk een ontkenning in. Marion richt haar aandacht op dat wat ze niet wil van de pony. Ze richt haar aandacht dus op iets negatiefs en niet op iets positiefs. Positief denken zou zijn “Hij blijft staan” of “Hij komt naar me toe”.
Ik bespreek dit met Marion. Ze herkent dit wel en vertelt me wat voorbeelden uit haar eigen leven. Haar leven valt op dit moment niet mee. Ze heeft met het verlies van meerdere dierbaren achter elkaar te maken. “Elke dag probeer ik positief te denken ondanks dat ik me niet zo voel. Ik ben elke dag doodmoe aan het eind van de dag. Ik doe echt keihard mijn best!”
De bonte pony is ondertussen gezellig bij ons komen staan. Marion zegt “Ik ga het meteen proberen. Ik wil dat hij bij ons blijft staan, dus daar ga ik aan denken.” Ze is nog niet uitgesproken of de pony draait om en loopt weg. Marion kijkt me verdrietig aan “Nou, dat werkt dus óók al niet.”
Marion probeert het echt. Ik zie het aan haar. Ze doet zo ontzettend hard haar best. Maar kleine ponies zijn niet dom. Marion kan wel positief denken, maar voelt ze zich ook zo? Natuurlijk niet. En daar prikt die pony zo doorheen. Het is net een kleuter (of een puber, vul zelf maar in ;)). Als je niet lekker in je vel zit, dan werkt hij niet mee. Hij steekt nog net niet zijn tong naar je uit.
Als ik dit met Marion bespreek sputtert ze tegen. “Maar hoe kan ik me nou positief voelen? Het is toch ook een rotsituatie waar ik in zit? Er is niets positiefs aan.” Ik vraag haar of ze kan omschrijven hoe ze zich voelt. Ze begint te huilen. De bonte pony loopt naar haar toe en duwt zijn neus in haar handen. Ze aait hem en wordt weer rustiger. Zo staan ze nog een tijd lang bij elkaar. Dan begint Marion ineens te lachen. “Elke keer als ik positief probeer te zijn loopt hij bij me weg. Op het moment dat ik juist heel negatief ben komt bij me staan en blijft bij me. De boodschap is duidelijk hoor. Ik ben klaar met dat positieve denken. Het kost me alleen maar heel veel energie en het levert me niets op.”
Dit is misschien wel het grootste probleem van positief denken. Het kost ontzettend veel energie. Je hersenen produceren namelijk aan de lopende band gedachtes. Als jij die allemaal bewust probeert te veranderen in positieve gedachtes heb je daar een dagtaak aan. Bovendien kan je de meeste mensen er toch niet mee voor de gek houden (laat staan een paard).
Dus zullen we er gewoon mee stoppen?
©Wendela den Tonkelaar, CVPC, 2015-2020